chevron_left

Wist je dat La Louvière een van de meest Vlaamse steden van Wallonië is, dankzij de ingeweken Vlaamse arbeiders? Het was ook in de Borinage dat Vincent van Gogh zijn roeping als schilder ontdekte. Journalist Pascal Verbeken neemt je mee naar een stukje onbekend Wallonië. 


Rond 8.00 uur vertrek je in een comfortabele autocar vanuit de luchthaven van Zaventem naar La Louvière, een van de meest Vlaamse steden van Wallonië. Daar spraken de ingeweken Vlaamse arbeiders een eigen Vlaams dialect in de volkswijken. 

In La Louvière verrees in 2015, op het terrein van de voormalige aardewerkfabriek Manufacture Royale La Louvière Boch, het museum Keramis. Het moderne museumgebouw omarmt het oude pand van de faiencefabriek met de drie historisch geklasseerde flessenovens. Dankt La Louvière echt zijn ontstaan aan de familie Boch? Je reisleider vertelt het je. 

Je geniet van een middagmaal in La Cantine des Italiens (o.v.), een herinnering aan de barakken die in Houdeng werden opgetrokken voor de Italiaanse gastarbeiders. 

Je wandelt naar de vlakbij gelegen scheepslift n°1, de eerste van vier scheepsliften op het Oude Centrumkanaal. De scheepsliften overbruggen samen een hoogteverschil van ongeveer 68 meter met als enige energiebron water. Een ecologisch hoogstandje. Dankzij die liften ontstond er een verbinding tussen de Maas en de Schelde. Sinds het begin van deze eeuw worden de liften voornamelijk voor de pleziervaart gebruikt. Het zwaardere scheepvaartverkeer wordt omgeleid via de nieuwe scheepslift van Strépy-Thieu.

Daarna rij je naar de mijnsite Bois du Luc. De complete mijnwerkerswijk is een goed bewaard overblijfsel van dat tijdperk in Europa. Je komt er meer te weten over het dagelijkse leven van de werknemers van de kolenmijn.

Je volgede halte is de Borinage, de meest mythische mijnstreek van België. Je verkent de prachtige terril de Héribus en bezoekt het terrein van de kolenmijn van Marcasse, een gevaarlijke mijn in zijn tijd. In 1878 arriveert Vincent van Gogh in de Borinage als protestants evangelist. In 1879 daalt hij af in de kolenmijn van Marcasse om een beeld te krijgen van het werk in de mijn. Een beslissende maar weinig bekende periode in het leven van de schilder. Een jaar later geeft hij zijn leven als predikant op en kiest hij voor een kunstenaarsbestaan.

Le Grand Hornu behoort tot de oudste industriële sites in de Borinage en is deels omgebouwd tot het MAC (Musée d’Art Contemporain). De mijnwerkerscité van Le Grand Hornu is een prachtig voorbeeld van functionele stedenbouw in het begin van de 19de eeuw en was uitzonderlijk comfortabel in zijn tijd. 

Je rijdt daarna terug naar Zaventem, waar je rond 19.00 uur aankomt.


ZOEK EEN REIS